baarmoederverzakkingIn 2014 is er een richtlijn geschreven voor ‘urigenitale prolaps’ oftewel blaasverzakkings- of baarmoederverzakkingsproblemen.

In deze richtlijn staat dat uit onderzoek blijkt dat meer dan 40% van de vrouwen boven de 40 jaar ‘pelvic organ prolaps’ heeft.

Oftewel meer dan 40% van de vrouwen boven de 40 jaar heeft een blaasverzakking of baarmoederverzakking!

Een groot deel van de vrouwen heeft last van de baarmoederverzakking, maar dat hoeft niet. Een steeds groter deel van de vrouwen zoekt hulp. Omdat er op verschillende vlakken hulp kan worden geboden, denk aan operaties, pessarium en bekkenbodemtherapie, is er een richtlijn opgesteld voor behandelend specialisten, huisartsen en bekkentherapeuten.

Een verzakking kan in verschillende gradaties voorkomen. Deze gradaties kan een huisarts of gynaecoloog vaststellen.
Stadium 0-1
Stadium 1
Stadium 2
Stadium 3

In de richtlijn wordt aangegeven dat tot stadium 2 altijd ook bekkenbodemtherapie moet worden geadviseerd. Vanaf stadium 3 is alleen bekkenbodemtherapie onvoldoende.
Daarnaast beschrijft de richtlijn dat er ook gesproken moet worden over het gebruik van een pessarium. Circa 50% van de vrouwen met verzakkingsklachten gebruikt deze ook.

Er zijn veel verschillen in het ervaren van klachten. Zo zijn er vrouwen in stadium 2 die nergens last van hebben en vrouwen in stadium 1 die veel hinder ondervinden.

Terwijl er veel informatie voorhanden is over urineverlies, is het probleem van vrouwen met een blaas- of baarmoederverzakking wellicht net zo groot..!

Waarom heeft de een wel klachten en de ander niet?

Uit wetenschappelijk onderzoek komt naar voren dat met bekkenbodemtherapie niet per se de graad van de verzakking afneemt, maar wel de kwaliteit van leven toeneemt. De vrouwen geven aan door bekkentherapie minder last van hun blaas- en/of baarmoederverzakking te hebben.

Bij goed gebruik van je lichaam is er een veel betere bekkenbodemspanning waardoor je bekkenbodem je organen kan ondersteunen.  Bij verkeerd gebruik en te veel overbelasting van je lichaam kan je bekkenbodem zijn functie veel minder goed uitoefenen en kun je dus veel meer hinder ondervinden van je blaas- of baarmoederverzakking.

Veel gemaakte fouten bij blaas- of baarmoederverzakking

  • Slappe bekkenbodemspieren. Veel vrouwen trainen hun bekkenbodemspieren niet, of weten niet hoe ze hun bekkenbodemspieren moeten trainen.
  • Slechte houding. Zitten, staan, lopen en bukken met een gebogen rug geeft veel meer druk op de bekkenbodem… en het zorgt voor inactieve spieren waardoor de blaas- of baarmoederverzakking niet ondersteund wordt.
  • Verkeerde perstechniek bij ontlasting. Obstipatie en persen tijdens de ontlasting geeft net zoveel belasting op de bekkenbodem als een bevalling.
  • Niet kunnen opvangen van buikdrukverhogende momenten.
  • Te veel doen. Als je meer doet dan je aankunt, is dat belastend voor je bekkenbodem.
  • Niet luisteren naar je lichaam. 
  • Overgewicht. Belangrijk om de druk op de organen en bekkenbodem te verminderen is het hebben van een gezond gewicht.
  • Inactief zijn, slechte conditie hebben. Wandelen, fietsen, bewegen. Dat doen wat je wel kunt houdt je actief en in conditie.

Leefstijladviezen en tips bij blaas- en baarmoederverzakking

  • Train je bekkenbodemspieren. Zorg dat je bekkenbodemspieren sterk zijn zodat ze de organen beter kunnen ondersteunen.
  • Leer buikdrukverhogende momenten opvangen. Leer wat je moet doen als je moet hoesten, niezen, tillen, duwen, etc.
  • Train de spieren om je bekkenbodem heen. Het lichaam is een geheel en alles werkt met elkaar samen. Door je billen, benen, heupen, onderbuik en rugspieren te trainen, train je het spierkorset dat met de bekkenbodem samenwerkt.
  • Zorg voor een goede en actieve houding. Een houding heb je de hele dag. Als deze niet goed is (bijvoorbeeld zitten, staan, bukken met een te gebogen rug) belast je onbewust je lichaam de hele dag verkeerd.
  • Zorg voor een gezond ontlastingspatroon met juiste perstechnieken.
  • Blijf in balans, luister naar wat je lichaam nodig heeft.
  • Zorg voor een gezond gewicht.

Herken jij jezelf in bovenstaande klachten en wil je daar graag vanaf?
Volg dan de online bekkentherapie.

En deel dit bericht gerust, zodat de vrouwen om je heen weten dat ze niet de enigen zijn… en zodat ze weten wat ze kunnen doen aan een blaas- of baarmoederverzakking.

 

verschil in de bekkenbodem

Een verschil tussen links en rechts in de bekkenbodem, kan dat ook nog?

Ik heb toch maar één bekkenbodem?!

Ja, maar die bekkenbodem heeft een linker- en een rechterkant. Net zoals de rest van je lichaam een linker- en een rechterkant heeft.

En soms kan er een verschil in kracht zitten tussen links en rechts.

Dit verschil kan bijvoorbeeld komen doordat je aan één kant van je lichaam sterker bent.
Of door de bevalling.
Als je naar één kant bent ingescheurd of een knip hebt gehad (in Nederland wordt de knip altijd naar links gezet).

Het is goed om het verschil te voelen, zodat – als er een verschil is – je ook de zwakke kant kunt oefenen.

Er kan een verschil in kracht zijn.
Maar het kan ook zijn dat je één kant minder goed kunt voelen, waardoor je het minder goed kunt aanspannen en het in kracht is achtergebleven.

Met de volgende oefening kun je voelen of je de linker- en rechterkant van je bekkenbodem even goed kunt aanspannen.

Oefening 

Kom rechtop zitten, de benen zijn ontspannen.
Verplaats nu je gewicht zodat je op je rechter bil komt te zitten.
Span nu je bekkenbodemspieren aan.
Verplaats nu je gewicht naar links, zodat je op je linkerbil komt te zitten.
Span nu je bekkenbodemspieren aan.
Voel je verschil tussen links en rechts?

Er zijn nog meer oefeningen. Maar die lukken pas als je controle hebt over je bekkenbodem.
Heb je die nog niet? Volg dan de online bekkentherapie.

Natuurlijk ben ik benieuwd of bovenstaande oefening jou gelukt is.
Laat je het me weten via de mail of in het commentaarveld hieronder?

Ik hoor het graag van je!

persen obstipatieBevallen is een pittige klus en de bekkenbodem krijgt het flink te verduren. Logisch dus dat een bevalling een grote oorzaak van bekkenbodemproblemen, zoals urineverlies of verzakking, is.

Extra risico’s op een verzakking loop je als je lang moet persen (>1,5 uur) en een groot kind krijgt ( > 4 kg).

Maar er is nòg een heel grote factor om een verzakking te krijgen: obstipatie!

Obstipatie heb je als je ontlasting niet makkelijk komt. Het gevaar bij obstipatie is, dat je de ontlasting eruit gaat duwen. Je zet dan veel druk op de bekkenbodem en dit heeft, naast aambeien, dus nog meer schade voor de bekkenbodem tot gevolg.

In een onderzoek (dat in 2009 is gedaan door Amselem et al.) bleek dat chronische obstipatie nagenoeg dezelfde schade aan de bekkenbodem geeft!
De conclusie na hun onderzoek is:
– Obstipatie blijkt nagenoeg net zo veel schade te geven aan de bekkenbodem als een bevalling.
– Een actievere benadering om obstipatie te herkennen en te verhelpen zal schade aan de bekkenbodem fors kunnen verminderen.

Wie lopen er extra risico op obstipatie en daardoor schade aan de bekkenbodem?

  • Vrouwen na een bevalling. Het lichaam heeft een zware klus geklaard en moet weer op gang komen. Ontlasting kan dan soms uitblijven. Ook kan er angst zijn dat de ontlasting iets kapot maakt of pijn doet, waardoor het signaal om te moeten ontlasten genegeerd wordt.
  • Vrouwen (en mannen) na een operatie aan de bekkenbodem.
  • Vrouwen (en mannen) na een operatie.

Tips voor na de bevalling om obstipatie te voorkomen

  • Stel je ontlasting niet uit. Daardoor wordt het alleen maar harder en komt het er moeilijker uit.
  • Ontspan en neem de tijd om de ontlasting te laten komen.
  • Drink goed en eet veel vezels.
  • De eerste ontlasting komt binnen 2-3 dagen. Heb je op dag 4 nog geen ontlasting? Licht de verloskundige in en zorg dat je iets neemt/krijgt dat de ontlasting op gang kan brengen.
  • Pas deze tips toe om de ontlasting gemakkelijker te laten komen.

Tips voor na een operatie aan de bekkenbodem

In dit blog heb ik uitgebreid geschreven wat je moet doen na een operatie aan de bekkenbodem. Als je al last hebt van obstipatie moet je direct na de operatie beginnen met een middel om de ontlasting te laten komen. Hier kun je er verder over lezen.

Tips voor na een operatie

  • Drink voldoende en eet vezels.
  • Heb je al problemen met de ontlasting, geef dit dan aan en neem eventueel een middel om de ontlasting te stimuleren.
  • Ontspan op het toilet en neem de tijd.
  • Pas deze tips toe.

De ultieme tip bij obstipatie

In een eerder blog heb ik uitgebreid geschreven wat je moet doen om je ontlasting te stimuleren. Ik geef daarin ook ‘de ultieme tip’, een oefening die al heel veel mensen geholpen heeft hun ontlasting gemakkelijker te laten komen. Nooit meer persen, maar laat je ontlasting met deze simpele oefening gemakkelijker komen. Hier kun je de tips lezen.

Wil je ook weten wat voeding kan doen voor een gezond ontlastingspatroon? Bekijk dan dit blog.

Dan nu een verzoek aan jou. Wil je dit blog verspreiden?
Het is zo ontzettend belangrijk dat vrouwen, vooral na hun bevalling of operatie, op de hoogte zijn van de gevaren van obstipatie en dat er adequaat gehandeld wordt als de ontlasting niet komt.

 

Blaaspijnsyndroom of interstitiële cystitis (IC)

blaaspijnsyndroom

Blaas

Voordat je verder leest wil ik je alvast op het hart drukken dat de kans heel groot is dat je dit NIET hebt.

De reden dat ik toch over het blaaspijnsyndroom schrijf, is dat het blaaspijnsyndroom nog relatief onbekend is en de mannen en vrouwen die hier last van hebben hier heel veel hinder van hebben.

Omdat de zoektocht lang kan zijn voor je weet waar je nou last van hebt en veel huisartsen niet op de hoogte zijn van deze aandoening, wil ik mijn steentje bijdragen aan een stukje bekendheid van dit probleem.

Blaaspijnsyndroom of aandrang (urge) incontinentie?

De klachten van beide aandoeningen lijken op elkaar. De oorzaak is echter heel anders.
Bij het blaaspijnsyndroom staat pijn op de voorgrond.  Bij aandrang-incontinentie staat de aandrang om te plassen op de voorgrond.

Klachten bij het blaaspijnsyndroom: pijn staat op de voorgrond.
– Pijn als de blaas voller wordt
– Extreem veel moeten plassen
– Pijn in de plasbuis
– Pijn in de onderbuik
– Pijn, continu, om te moeten plassen
– Pijn in de vagina (Bij mannen: pijn in de penis, testikels, scrotum, bekkenbodem)

Oorzaak van het blaaspijnsyndroom

Hier komt vaak het grote verschil met aandrang-incontinentie naar voren.
Aandrang-incontinentie sluipt er vaak langzaam in doordat de bekkenbodemspieren minder sterk worden en je onzeker wordt of je wel op tijd het toilet haalt. Je gaat steeds vaker naar het toilet en de blaas raakt overprikkeld. De blaas geeft steeds sneller een seintje dat je moet plassen. Je krijgt steeds vaker aandrang.

Bij het blaaspijnsyndroom is er een ernstige ontsteking van het blaasslijmvlies. Het lijkt op een blaasontsteking, maar dat is het niet. Er is geen sprake van een bacteriële oorzaak, daarom helpen antibiotica ook niet. De  beschermingsfunctie van de blaaswand is defect waardoor de stoffen uit de urine de blaaswand kunnen binnendringen. Met irritatie, pijn, ontstekingsverschijnselen en samentrekken van de blaas tot gevolg. Waardoor dit defect ontstaat is nog niet bekend.

Het blaaspijnsyndroom kan ontstaan na een heftige blaasontsteking, soms komen de klachten onverwachts en soms beginnen ze na een operatie. Operaties aan de baarmoeder worden dan het vaakst genoemd.

Behandeling van het blaaspijnsyndroom

Er zijn verschillende soorten behandelmethodes. Je kunt deze het beste met je uroloog bespreken.

Er zijn ook een aantal zaken die je zelf kunt doen.

Warmte. Pijn (waar dan ook in je lichaam) geeft altijd meer spanning in je spieren waardoor je weer meer pijn krijgt. Warmte helpt om je spieren te ontspannen en de pijn te verlichten. Een warm bad, warme kleding, warm ondergoed of een warme kruik verlicht de pijn.
Voeding. Bepaalde voedingsmiddelen kunnen de blaas prikkelen. Als je deze uit je voedingspatroon haalt kan dat voor minder pijnklachten zorgen. Citrusvruchten, koffie, alcohol en gekruid eten worden vaak genoemd als voedingsmiddelen die de blaas meer prikkelen. Wil je meer informatie en hulp kijk dan op de website van Melissa Albers.
Stress. De invloed van stress op de klachten is groot. Echter de constante pijn in de blaas en het constant aandrang hebben geeft veel spanningen in het dagelijkse leven. De grote uitdaging is dan ook om te leren ontspannen en te leren omgaan met de pijn en afleiding te vinden in bijvoorbeeld werk, hobby’s, gezin.

Heb je langer dan een half jaar forse pijnklachten in de onderbuik, moet je extreem vaak plassen, slaan antibioticakuren niet aan? Ga dan naar je huisarts en vertel hem of haar over het blaaspijnsyndroom en vraag of jij daar last van zou kunnen hebben.

Heb je vooral veel aandrang en moet je vaak plassen, lees dan verder op deze site. Schrijf je in voor de gratis videotraining en krijg je blaas weer onder controle.

Voor dit artikel heb ik gebruik gemaakt van het document over het blaaspijnsyndroom van het ikazia ziekenhuis en de website van de ICP patiënten vereniging.


Heb je vragen of reacties?

Schrijf ze in het commentaarveld hieronder.

Hieronder staan van die mooie deelknoppen. Je kunt dan gemakkelijk dit blog delen met je vrienden op bijvoorbeeld facebook.

Succes! groet, Yildiz

urineverlies inspanningDe volgende tips helpen je om tijdens inspanning minder urine te verliezen.

Het is prachtig weer en daar wil je graag van genieten. Lekker fietsen, wandelen of wellicht een stuk hardlopen.

Allemaal heerlijk om te doen, maar als je last hebt van urineverlies geeft dat je de nodige zorgen.

Want wat nou als je straks moet plassen? Of zoveel urine verliest dat je doorlekt? Of dat anderen het ruiken of zien…

Genoeg redenen om niet te gaan… maar gelukkig heb jij besloten om WEL te gaan.

Je gaat voordat je weggaat voor de zekerheid nog maar even plassen.
En nog een keer.
Vooruit dan, nog een allerlaatste keer plassen.
Dan zal mijn blaas wel leeg zijn. Toch?

FOUT! Logisch gedacht maar zo werkt het niet!

Hoe vaker je gaat plassen, hoe meer de blaas overprikkeld raakt en hoe sneller je dus weer aandrang krijgt om te plassen.
En van al dat plassen raakt je bekkenbodem van slag, waardoor die minder goed werkt.
Met dus meer kans op urineverlies!

 

Tip 1:     1 x keer plassen is genoeg

Plas, voordat je weggaat, één keer goed.
Zorg dat je dan de tijd neemt en goed uitplast.
Zit goed rechtop, ontspan je buik en benen. Laat de plas vanzelf komen.
Na het plassen kantel je je bekken van voor naar achter om de blaas helemaal leeg te schommelen. En daarna span je je bekkenbodem nog een paar keer goed aan en laat je weer goed los.
Nu is je blaas leeg.
Je trekt je bekkenbodem weer in en staat op.

Zo. Klaar voor de wandeling, fietstocht of hardlooprondje.

Maar wat gebeurt er de eerste paar keren dat je deze tip toepast?!
In je hoofd schreeuwt een stemmetje dan wellicht: Dit kan toch niet werken… dit gaat vast mis!
Maar je bekkenbodem zegt: Heerlijk, fijn, dank je wel!
Nu kan ik doen wat ik moet doen.
Namelijk ondersteuning aan jou bieden.

Tip 2:   Voorspanning opbouwen

Het is heel prettig om, voordat je gaat inspannen, te zorgen dat de bekkenbodem een goede basisspanning heeft. Vooral voordat je gaat hardlopen werkt onderstaande oefening heel goed.

Is jouw basisspanning te laag waardoor je urine verliest, dan kan de volgende oefening je toch helpen om een goede basisspanning te creëren.bruggetje

Het bruggetje: kom op je rug liggen met gebogen knieën. Zet de voeten breed neer en laat je knieën naar buiten wijzen.
Trek je buik in en kantel je bekken (je onderrug wordt nu plat).
Til nu je billen op. Houd dit even vast.
Doe dit 5 x 10-20 sec.

Tijdens deze oefening spant de bekkenbodem vanzelf aan, waardoor je een goede spanning creëert.

Wil je het hardlopen gaan opbouwen, lees dan dit blog. Zowel voor problemen met urineverlies als verzakking zijn dit de ultieme tips om het hardlopen weer voor elkaar te krijgen.

Tip 3:    Train je bekkenbodemspieren

Bovenstaande tips gaan je zeker helpen, maar om echt van je urineverlies of verzakking af te komen is het verstandig om je bekkenbodemspieren ook te gaan trainen. Zorg dat je weer zeker wordt van je lichaam en je weer lekker kunt bewegen, rennen en dansen. Het trainen van je bekkenbodemspieren kan perfect met de online bekkentherapie.

 

Heb je vragen of reacties?
Schrijf ze in het commentaarveld hieronder.

Hieronder staan van die mooie deelknoppen. Je kunt dan gemakkelijk dit blog delen met je vrienden op bijvoorbeeld facebook.

Succes! groet, Yildiz

bekkenbodem na de bevalling

EERST de bekkenbodem!

Ik kan het niet vaak genoeg zeggen:
EERST de bekkenbodem op orde brengen na de bevalling!

Ik zie helaas nog zo vaak problemen ontstaan of lang in stand gehouden worden door onvoldoende kracht in de bekkenbodem. En onvoldoende kennis bij collega’s over de bekkenbodem waardoor problemen niet herkend worden…

 

Net bevallen

Vorige week zag ik Jolanda, net twee weken bevallen van een zoon. Na een te lange wandeling (20-25 minuten) had ze overal klachten gekregen. Druk aan de onderkant, pijn in de liezen, in de stuit, bij de SI-gewrichten en de lage rug.

Gelukkig had ze de verloskundige gebeld en die adviseerde haar bij mij een afspraak te maken.

En ik kon haar het volgende uitleggen. Ze was te druk geweest (in de kraamweek veel bezoek, in de avonden bezoek) en toen die wandeling. Dat kon haar lichaam (de bekkenbodem!) gewoon nog niet aan. Daardoor waren alle spieren om de bekkenbodem heen (billen, liezen, lage rug) gaan helpen om de belasting op te vangen. Maar deze spieren zijn niet gemaakt om de stabiliteit van het bekken te verzorgen! Met veel pijn tot gevolg.

Behandeling

Ik heb haar uitleg gegeven over de oorzaak van haar klachten. We hebben over balans gepraat (groen-oranje-rood) en ik heb haar adviezen met betrekking tot rust gegeven. Dit zorgde ervoor dat ze de week erna klachtenvrij binnenkwam.

Maar ze had wel het besef dat ze de bekkenbodemspieren eerst moest gaan trainen. Want dat vindt ze nog erg lastig en ze kan de bekkenbodem nu maar kort aanspannen.

Uitleg dat dat niet raar is, drie weken na je bevalling, en dat ze gelukkig de bekkenbodemspieren voelt en dus kan gaan trainen, stelden haar gerust.

De opdracht voor de komende weken is:

  • Rust
  • In kleine stappen activiteiten opbouwen
  • Bekkenbodem op duurkracht oefenen

Ik zie haar weer over drie weken, met alle vertrouwen dat ze zich dan weer een stuk beter en sterker voelt.

Een andere route…

Hoe anders loopt het als je met je klachten naar iemand toegaat die geen kennis heeft over de bekkenbodem…
Dat laat helaas het volgende verhaal zien. Marleen had zich overbelast zo’n zes weken na haar bevalling. Ze had klachten gekregen van een zwaar gevoel van onder, pijn in de liezen, pijn in de stuit, SI-gewrichten en de lage rug. Ze kwam bij een therapeut terecht die naar het bekken keek en zag dat het scheef stond.

Daar gingen ze aan werken met manipulaties en krachtoefeningen. Helaas bleef het bekken maar scheef schieten. Maar uiteindelijk met sporten erbij (fitness) ging het toch beter. Tot ze aangaf urine te verliezen tijdens het sporten, en eigenlijk ook overdag… al best lang…

Gelukkig kwam ze toen bij mij terecht, maar inmiddels al wel negen maanden na haar bevalling. Deze periode na haar bevalling was gepaard gegaan met veel onzekerheid over haar lichaam en een lichte depressie…

Ook haar heb ik uitgelegd dat alles wat ze tot nu toe had gedaan niet kon aanslaan, omdat de echte stabiliteit – namelijk die vanuit de bekkenbodem – ontbrak.

Adviezen

De adviezen die ik haar heb gegeven zijn:

  • Wel doorgaan met sporten, maar op souplesse; geen zware gewichten en geen uitputting. Alleen maar lekker bewegen en binnen haar grenzen blijven
  • De bekkenbodemspieren leren voelen en versterken

Bij de bekkenbodemspieroefeningen zijn we constant alert dat er al een te hoge spierspanning is in de spieren rondom het bekken. Deze spieren hebben al die tijd te hard moeten aanspannen om de stabiliteit voor elkaar te krijgen.

Daarom oefenen we veel met de ademhaling. Maar wat vindt ze dát heerlijk! Even haar lichaam helemaal loslaten, haar lichaam dat al die tijd veel te hard aan het werk is geweest.

En ook bij Marleen komt het goed. Het is alleen zo jammer dat ze eerst zo’n traject moest afleggen.

 

Dus lieve allemaal, wees alert en zie hoe belangrijk de basis is: EERST de bekkenbodem na de bevalling!

Maak pas bevallen vrouwen attent op deze site, maar ook de vrouwen die al langer geleden bevallen zijn en nog met klachten lopen.

En beste collega’s: Vraag ALTIJD naar de bekkenbodem. Heb je last van urineverlies? Heb je wel eens last van een zwaar gevoel van onder : JA > stuur dan ook altijd door naar een bekkenbodemfysio of -oefentherapeut! (behandel desnoods beide als het probleem te complex is)

Herken jij jezelf in bovenstaande verhalen? Volg dan alsjeblieft de online bekkentraining, of ga naar een bekkenbodem fysio of -oefentherapeut bij jou in de buurt. Het zal je zo goed doen.

 

Heb je vragen of reacties?
Schrijf ze in het commentaarveld hieronder.

Hieronder staan van die mooie deelknoppen. Je kunt dan gemakkelijk dit blog delen met je vrienden op bijvoorbeeld facebook.

Succes! groet, Yildiz

plasdagboek“Hoeveel plas jij..? Zo, zeg!

Mag ik ook in die maatbeker plassen?” 

“Tuurlijk!” 

Zo ging de conversatie met mijn dochter toen ik een tijdje terug een plasdagboek moest bijhouden. Ik volgde een bekkenbodemcursus en een van de opdrachten was om zelf een plasdagboek in te vullen. Gewoon om te ervaren hoe dat is, en wellicht gaf het nog informatie als er klachten zouden zijn.

Ik had al wel eens eerder een plasdagboek bijgehouden maar dat was alweer een tijd terug.
En met een geïnteresseerde dochter erbij was het eigenlijk wel leuk om te doen :-)

Want ik had altijd wel het gevoel dat ik een prima plaspatroon had en (normaal) grote plassen, maar dat terugzien in een maatbeker vond ik toch wel grappig.

Het leuke vind ik ook dat ik nu met meer plezier een plasdagboek aan mijn patiënten meegeef: “Ja, het is even een gedoetje, maar eigenlijk ook best wel leuk, en vooral heel waardevol. En het helpt mij om jou betere adviezen te geven waardoor je sneller van je klachten af bent.”

Wat is een normale plas?

Overdag horen je plassen 350 tot 500 ml te zijn. In de ochtend kan je plas (veel) groter zijn. Zeker als je de hele nacht doorslaapt kun je in de ochtend gerust rond de 700 ml plassen.

Welke informatie haal je uit een plasdagboek?

Een te kleine blaas

Je ochtendplas is in principe het grootst. Als die maar 200 of 300 ml is en je overdag ook telkens maar 100 tot 200 ml plast (of nog minder) dan kun je er wel vanuit gaan dat je blaas kleiner geworden is. Een blaas kan kleiner worden als er (langere tijd) (te) vaak geplast wordt. Hij vult zich dan niet voldoende en wordt kleiner. Er kan steeds minder in met als gevolg dat je steeds sneller aandrang krijgt.

Soms zijn er ook andere oorzaken voor een kleine blaas of hoor ik terug dat iemand als kind ook al vaak moest plassen.

Je moet dan leren je plas wat langer op te houden (begin met twee minuten), zodat je je blaas traint om meer aan te kunnen (blaastraining). Na een tijdje vul je dan weer het plasdagboek in om te zien of er inderdaad meer inpast.

Een te grote blaas

Een te grote blaas komt ook voor. Doordat, bijvoorbeeld na een bevalling of operatie, het heel lang duurde voordat de eerste plas kwam. (Soms ligt de blaas niet goed, of is er een andere reden waardoor de plasbuis geen doorgang kan geven. Bij een operatie krijg je daarom vaak een katheter zodat de blaas op tijd geleegd kan worden).  De blaas kan dan overrekt worden, en dat is een lastig probleem omdat het vaak niet goed herstelt. De blaas geeft in dat geval pas heel laat een seintje dat hij vol is.

Wat voor informatie haal je nog meer uit een plasdagboek?

Omdat je naast je plas ook moet invullen hoeveel je drinkt, weet je aan het einde van de 24 uur of er ongeveer evenveel je lichaam in als uit is gegaan.

Een plasdagboek kan je ook laten zien dat er niks mis is met je plasgedrag. Of juist dat het overdag goed gaat, maar dat je ’s nachts heel veel kleine plassen hebt. Of ’s nachts juist hele grote plassen. Dan kan samenhangen met de medicatie die iemand gebruikt, of het tijdstip dat ze ingenomen worden.

Hoe vul je een plasdagboek in?

Wellicht denk je nu: “Ja, leuk! Ik heb altijd al willen weten hoeveel ik nou precies plas…” :-)

Of denk je: “Ik heb er niet zo’n zin in, maar het zou me wel heel veel informatie kunnen geven waardoor ik beter geholpen kan worden. Het zou me kunnen helpen van mijn plasproblemen af te komen en dan zou mijn kwaliteit van leven toch wel drastisch omhoog gaan.”

En twijfel je… dan weet je het: bij twijfel altijd doen!

Je vult het plasdagboek 24 uur in, en het liefste tweemaal 24 uur: een dag thuis en een dag op het werk.
Je houdt bij hoe laat je drinkt, hoeveel je drinkt, hoe laat je plast, hoeveel je plast, of je aandrang hebt en of je urine verloren bent.

Probeer als je in een maatbeker plast zo ontspannen mogelijk te zitten. Lukt dat niet goed? Dan kun je ook een pan in het toilet zetten, daarin plassen en het dan in de maatbeker gieten om de hoeveelheid af te lezen.

Plasdagboek

Hier kun je een plasdagboek vinden.

Veel succes met invullen!

 

Succes! groet, Yildiz

Hoe je beweegt, hoe je lacht, hoe je praat, hoe je denkt, hoe je leeft; alles is vastgelegd in je brein.
Zo’n 90% (sommigen zeggen zelfs 95%) van de dingen die je doet gaat automatisch. Je hoeft er niet meer over na te denken. Het is een gewoonte geworden.

Als kleine dreumes leerde je lopen met vallen en opstaan. Tot je het ineens kon, het gewoon deed en er niet meer over na hoefde te denken.

Gewoontes en automatismen

Zo gaat dat eigenlijk met alles wat je hebt geleerd. Automatismen/gewoontes komen terug in alles wat je doet in je leven. Maar die automatismen/gewoontes hoeven niet altijd handig te zijn, en daar kom je meestal pas achter als je klachten krijgt.

Zit je bijvoorbeeld altijd ingezakt op een stoel en krijg je klachten van rug, nek of schouders? Dan zul je je gewoontehouding moeten verbeteren en een nieuwe gewoonte (rechtop zitten) moeten gaan trainen.

Of

Zit je altijd gespannen op de wc waardoor je niet goed uitplast, zodat je vaak aandrang hebt of terugkerende blaasontstekingen krijgt? Dan zul je op je plashouding moeten gaan letten en ontspannen op de wc gaan zitten. In het begin zul je je steeds bewust moeten corrigeren, tot je ineens merkt dat het vanzelf gaat. Je hebt je een nieuwe gewoonte eigen gemaakt.

Je kunt twee kanten op

Gewoontes en automatismen liggen verankerd in je brein. Wil je een nieuwe gewoonte aanleren, dan moet je je eerst bewust worden van wat je nou eigenlijk doet. Zodat je weet wat er fout gaat. Pas dan kun je je nieuwe gedrag/gewoonte oefenen.
Als je het nieuwe gedrag eenmaal onder de knie hebt, moet je dat steeds vaker doen tot je merkt dat het vanzelf gaat.

Dat veranderen van oude gewoontes en het aanleren van nieuwe gewoontes kan best een lastig proces zijn. Het lichaam wil je namelijk het liefste terug hebben in het oude gedrag, want dat is veilig en bekend.

Ik vergelijk het vaak met twee wegen

Links is het groene pad, je nieuwe gewoonte. Als je dat pad volgt krijg je een voor jou nieuw en gewenst resultaat.

Rechts is het rode pad, je oude gewoonte. Als je dat pad volgt blijf je doen wat je al deed, met een ongewenst resultaat tot gevolg.

Terwijl jij hartstikke goed je best doet om je een nieuwe gewoonte eigen te maken – een betere houding, elke dag bekkenbodemoefeningen doen, een ander eetpatroon etc. – probeert je brein je steeds terug te leiden naar de oude gewoonte, het rode pad. Dat is veilig en bekend. Als je even niet oplet zit je daardoor weer ingezakt, vergeet je je bekkenbodemoefeningen en eet je ineens die gevulde koek…

Maak je keuze

Ik wil je laten zien hoe moeilijk het kan zijn nieuwe gewoonten aan te leren. En dat je dus niet de eerste de beste keer dat je weer op het rode pad loopt moet afhaken, maar moet doorzetten.
HUP, terug naar het groene pad!
Weersta je oude behoefte en hou in het oog waar je naartoe wilt. Praat jezelf dus geen negatief verhaal aan over dat je het niet kunt, of wat dan ook. Dit hoort gewoon bij het leerproces.

Het enige dat je moet doen is een keuze maken welk pad je wilt volgen en dan dat zijstraatje weer terugnemen naar de juiste route.

Een gezonde bekkenbodem heeft nu eenmaal onderhoud nodig

Vaak hoor ik terug van mijn patiënten dat het in het begin prima ging met oefenen, maar dat ze na een tijdje ineens gingen vergeten dat ze moesten oefenen. De ‘klad’ kwam erin.

Als je net gaat oefenen met je bekkenbodemspieren en leert hoe je ze moet aan- en ontspannen dan lukt het meestal wel om tijd vrij te maken.

Maar als je dat eenmaal kunt moet je blijven volhouden en oefenen om de bekkenbodemspieren op kracht te houden. Anders zullen ze langzaam weer verslappen en komen je klachten terug…
Je zult jezelf een nieuwe gewoonte moeten aanleren: blijven oefenen.

Dus heb je ooit bekkenbodemtherapie gehad of mijn online training gevolgd dan is de laatste stap heel belangrijk: het integreren van de oefeningen in je dagelijkse leven, zodat je ermee bezig blijft.

4 tips om de bekkenbodemspieren te blijven oefenen

  1. Koppel het oefenen aan een vast moment. Het beste werkt het als je je oefeningen koppelt aan een vast moment. Dus altijd voor/tijdens/na het tandenpoetsen. Altijd na het plassen, altijd nadat je bent opgestaan, altijd voor het slapen gaan, altijd voor/na de lunch.
  2. Oefen elke dag zodat het een gewoonte/automatisme wordt.
  3. Oefen minimaal 1x (dus één herhaling).
  4. Vaker aanspannen mag.

Omdat het maar één keer hoeft en vaker mág is de druk niet zo hoog. Zo kun je het dus ook tijdens je vakantie of drukke periode blijven doen. En één herhaling is zo gedaan, dus waarom zou je het dan niet vaker doen…

Ga je ineens weer wat urine verliezen terwijl het een hele tijd zo goed ging? Ga dan weer je oefeningen doen, herpak je goede gewoontes.
Of krijg je weer vaker aandrang? Let dan op dat je het plassen weer wat uitstelt.

Maak eventueel een afspraak bij je bekkenfysio-/oefentherapeut voor een korte update sessie.
Of plan een persoonlijk consult met mij in.
En heb je bij mij de online training gevolgd, bekijk dan weer eens de lessen. Ze staan altijd tot je beschikking.

Houd steeds in je hoofd welk doel je wilt bereiken en welk pad je daarvoor moet bewandelen.
Schrijf het voor jezelf op: deze oefening(en) (gewoonte) wil ik weer gaan doen, zodat ik … hier vanaf kom en … dat weer kan.

Ik ben erg benieuwd welke goede gewoontes jij weer gaat oppakken.

Heb je vragen of reacties?
Schrijf ze in het commentaarveld hieronder.

Hieronder staan van die mooie deelknoppen. Je kunt dan gemakkelijk dit blog delen met je vrienden op bijvoorbeeld facebook.

Succes! groet, Yildiz

Voor veel mensen is het een ware crime: buikpijn!
In de praktijk en om me heen hoor ik vaak mensen over buikpijn en/of krampen, misselijkheid, winderigheid, prikkelbaredarmsyndroom, obstipatie, opgeblazen buik, geborrel in de buik, diarree.

Klachten zijn vaak het begin van een langdurige zoektocht naar een oplossing. Therapieën worden uitgeprobeerd, bepaalde voeding wordt vermeden, stress wordt verminderd. Soms met resultaat en soms niet. Dan gaat de zoektocht verder.

Het is nooit of-of maar altijd en-en!

Buikklachten zijn complex en kennen over het algemeen niet één oplossing.
Voeding speelt een hele belangrijke rol in het verergeren en verminderen van darmklachten. Maar er speelt veel meer dan voeding alleen.
Zo is stress een belangrijke factor voor buikklachten, kunnen supplementen helpen, voldoende lichaamsbeweging en een juiste (ontspannen) toilethouding.

In 5 stappen van je buikpijn af

In het boek van Sigrid van de Marel-Sluijter, Buik blij, jij blij. In 5 stappen van je buikpijn af.
helpt ze je aan de hand van de S.M.I.L.E.-methode in vijf stappen van je buikpijn af.
Daarbij kijkt ze breed naar alle factoren die invloed hebben op buikklachten.

Ik geef je een korte samenvatting van haar boek. In vijf stappen van je buikpijn af:

Stap 1: Stress

Verminder stress. In het boek lees je dat stress van grote invloed is op je buik. Er wordt uitgelegd wat de samenwerking is tussen je darmen en je hersenen. En waarom het belangrijk voor je darmen is om met stress te leren omgaan. Je krijgt tevens ontspanningstips en -oefeningen.

Stap 2: Medicijnen en supplementen

Het kiezen van de juiste medicijnen en supplementen. Bepaalde medicijnen of supplementen bevatten hulpstoffen die juist darmklachten opleveren. Maar er zijn ook zelfzorgmiddelen om je buikklachten te verminderen, zoals spijsverteringsenzymen en pepermuntolie. In het boek staan verschillende tips.

Stap 3: Immuunsysteem

Het ondersteunen van je immuunsysteem. Je immuunsysteem en bepaalde darmklachten zijn bepaald door de manier waarop je geboren bent, of je borstvoeding hebt gehad, of je vaak ziek bent geweest. Zorg je voor je darmbacteriën, dan zorg je voor jezelf. (Steeds meer studies wijzen uit dat de darmen de hersenen van ons lichaam zijn.)

Stap 4: Leefstijl

Zorg voor een gezonde leefstijl. Een gezonde leefstijl zorgt voor gezonde darmen. Door gezond en gevarieerd te eten, triggers te vermijden, regelmatig te bewegen en op de juiste manier op de wc te zitten zorg je in ieder geval voor een goede basis voor je darmgezondheid.

Stap 5: Eliminatiedieet

Ontdek of je een voedselallergie of een voedselintolerantie hebt. Onderzoek welke voedingsmiddelen je darmklachten triggeren. Volg een fructosebeperkt, glutenvrij, tarwevrij, histaminebeperkt, koemelkvrij, lactosevrij, lactosebeperkt dieet, of het FODMAP-dieet. Het boek gaat in op alle bovenstaande voedselallergieën en voedselintoleranties.

Het boek is zeer uitgebreid en praktisch geschreven. En om er zeker van te zijn dat alle tips je gaan helpen is er ook een online werkboek gemaakt. Deze krijg je gratis bij aankoop van het boek.

 

Ik hoop van harte dat ik je met de tip over dit boek kan helpen.
Het gaat dan wel niet direct over je bekkenbodem, maar indirect natuurlijk wel.
Want hoe fijn is het als je bijvoorbeeld problemen hebt windjes op te houden en door dit boek ontdekt hoe je minder winderig kunt zijn!
En hoe fijn is het als tips je kunnen afhelpen van obstipatie.

Ben je, net als ik, enthousiast geworden over dit boek? Klik op het onderstaande plaatje om het boek te kopen en/of verder in te zien.

Veel leesplezier en succes met alle adviezen!

Heb je vragen of reacties?
Schrijf ze in het commentaarveld hieronder.

Hieronder staan van die mooie deelknoppen. Je kunt dan gemakkelijk dit blog delen met je vrienden op bijvoorbeeld facebook.

Succes! groet, Yildiz

druppels urineDan heb ik net geplast, loop ik weg en verlies ik nog druppels urine!

“Ik blijf altijd extra lang zitten zodat ik goed leeg ben en dan nóg verlies ik kort na het plassen wat urine. Hoe kan dat nou?!”

Deze vraag krijg ik heel vaak van vrouwen die in de praktijk bij me komen. Dan vertellen ze ook dat ze vaak gaan plassen zodat ze goed leeg zijn. En toch gaat het steeds mis…

Wellicht is dit voor jou ook herkenbaar?

Je bent wat vaker gaan plassen omdat je merkte dat je minder goed je plas kon ophouden. Je plasjes worden daardoor steeds kleiner en je krijgt steeds sneller aandrang om opnieuw te plassen. En tussendoor verlies je soms wat druppels urine. Heel vervelend, en het maakt je vast steeds onzekerder.

Heel langzaam kom je in een cirkeltje van vaker plassen terecht. Goed opletten waar de wc’s zijn als je ergens bent en dan toch urine verliezen…

Dit is het grote probleem van de bekkenbodemspieren. Problemen komen vanzelf maar gaan zelden vanzelf over…

Ik geef je graag onderstaande tips zodat je die druppels urine, die na het plassen komen, kunt stoppen.

Als je kort na het plassen wat druppels verliest heeft dat er meestal mee te maken dat je niet echt goed bent uitgeplast.

Onderstaande tips gaan je zeker helpen om de blaas écht goed leeg te maken.

4 Tips om na het plassen geen druppels urine te verliezen

  1. Juiste plashouding. Zorg voor een juiste plashouding (zie ook video 2 van de gratis video’s).
    Zit rechtop met de voeten plat op de grond.
  2. Kantel je bekken. Na het plassen kantel je je bekken van voor naar achter om de blaas goed te legen.
  3. Bekkenbodem aanspannen. Span na het plassen nog een paar keer je bekkenbodemspieren kort aan. Laat ook weer goed los. Je zult merken dat de laatste druppels er dan nog uitkomen.
  4. Aanspannen en dan pas opstaan. Span voordat je opstaat je bekkenbodemspieren aan om de urinebuis goed af te sluiten.

Heb je bovenstaande tips toegepast tijdens en na het plassen? Dan ben je goed uitgeplast. Je zult merken dat de aandrang om te plassen langer wegblijft. En als het toch snel komt (bijvoorbeeld omdat jouw blaas nog overprikkeld is), probeer dan om het plassen iets uit te stellen. Houd je plas wat langer op.
Wil je daar meer over weten, vraag dan de vier gratis video’s aan en leer alles om urineverlies te verhelpen.

Heb je vragen of reacties?
Schrijf ze in het commentaarveld hieronder.

Hieronder staan van die mooie deelknoppen. Je kunt dan gemakkelijk dit blog delen met je vrienden op bijvoorbeeld facebook.

Succes! groet, Yildiz